
Over rouw die blijft – en waarom dat oké is
Soms lijkt het alsof er een soort tijdlijn bestaat voor rouw. Alsof je na een bepaalde periode weer ‘verder moet’. Maar wat als het verdriet helemaal niet kleiner wordt? Wat als het gemis juist blijft – of zelfs groeit?
Er is een hardnekkig idee dat rouw iets is wat langzaam minder wordt. Alsof er na verloop van tijd weer ruimte komt voor vrolijkheid, plannen maken, verdergaan. En natuurlijk: voor sommige mensen voelt het ook zo. Maar voor veel anderen niet. Voor hen wordt het gemis niet kleiner. Integendeel: het lijkt groter te worden, dieper, scherper zelfs. Niet elke dag – maar wel op onverwachte momenten. En daar komt soms schaamte bij kijken. Alsof je ‘achterloopt’. Alsof je het ‘niet goed doet’.
Maar rouw is geen project met een einddatum. Het is geen fase die je kunt afvinken. Rouw leeft met je mee. Het verandert misschien van vorm, maar blijft bestaan – omdat de liefde blijft bestaan. Je kunt weer lachen, plannen maken, genieten – en tegelijkertijd iemand intens blijven missen. Dat sluit elkaar niet uit. Het hoort bij elkaar. Juist daarom is het belangrijk dat we ook ruimte maken voor dat blijvende gemis. Niet als iets zwaars dat je maar moet verdragen, maar als iets dat erbij mag horen. Een deel van je leven. Een plek in je hart.
Als jij iemand mist – na maanden, na jaren – dan ben je niet zwak of achtergebleven. Je bent mens. Er zit kracht in het blijven herinneren. En rust in het toelaten van wat er nog steeds pijn doet. Misschien helpt het om af en toe bewust stil te staan bij wat blijft: herinneringen, gewoontes, kleine rituelen die je verbinden met degene die je mist.
Rouw is geen rechte lijn naar boven. Maar een weg die je loopt – met hobbels, met omwegen. Liefde blijft. En daarom mag rouw blijven. Jij mag blijven rouwen, op jouw manier, in jouw tijd.
Liefs,
Wilma.